In het kort

Wat ziet u?

Een maat voor de natuurlijke levering van nutriënten in de bovenste 20 cm van de bodem, gebaseerd op een combinatie van indicatoren.

Belangrijk voor:

Alle groene functies van de bodem (landbouw, recreatie, natuur, parken, tuinen, en drinkwaterkwaliteit).

Wat is de waarde?

Voedingsstoffen in de bodem zijn in eerste instantie onmisbaar voor de groei van planten. Een goede natuurlijke nutriëntenhuishouding kenmerkt zich door een kringloop van het vrijmaken, binden en doorgeven van mineralen op een gedoseerde wijze. Bovendien is er dan geen uitspoeling naar het grondwater. De bodem heeft het vermogen om nutrienten te leveren, door de verwering van minerale delen en de afbraak van (dode) organische stof. Dit proces is afhankelijk van de activiteit van het bodemleven.

Over de kaart

De kaart geeft een relatieve maat voor de nutriëntenhuishouding in de bovenste 20cm van de bodem. De capaciteit om voedingsstoffen te leveren is gebaseerd op een combinatie van indicatoren en gemeten bodemeigenschappen.

De metingen zijn gedaan in het (voormalige) Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit. In de database zijn gegevens aanwezig van circa vierhonderd locaties in Nederland. Dit zijn veelal agrarische bedrijven. Het meetnet is onderverdeeld in tien categorieën van grondsoort en bodemgebruik. Resultaten van een aantal relevante bodembiologische metingen, zijn in een regressiemodel gecombineerd met bodemkenmerken. Ze vormen een voorspeller voor de functie 'Nutriëntenlevering'.

Het optellen van indicatorwaarden van heel verschillende aard (‘appels & peren’) vraagt een gemeenschappelijke eenheid, om ze in uit te drukken. Dit is gedaan op basis van een statistisch kenmerk van de data, namelijk de zogenaamde Z-score. Selectie van de relevante bodembiologische indicatoren en bodemeigenschappen werd uitgevoerd met ‘best professional judgement’.

De procedure en rekenmethoden zijn gepubliceerd in Science of the Total Environment 2012:415:39-48, en in RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-rapport 2014-0145.
Voor de indicatieve schatting van de nutriëntenhuishouding zijn de volgende indicatoren gebruikt: gehalte organische stof (SOM), zuurgraad (pH), stikstofgehalte (totaal-N), fosforconcentratie (totaal-P), bacterie-biomassa, bacterie-activiteit, en potentiële stikstof en koolstof-mineralisatiecapaciteit. De kaart toont de relatieve waarden ten opzichte van een gekozen referentie in een 5-tal klassen, met de grenzen van de 20, 40, 60 en 80% percentielwaarden. De werkwijze is niet geschikt om absolute hoeveelheden gemineraliseerde voedingsstoffen te berekenen, en als landsdekkend kaartbeeld weer te geven.

Nutriënten zijn nodig voor de groei van planten. De bodem levert nutriënten als gevolg van bodemvormende processen, de mineralisatie van gewasresten en organische stof, en door atmosferische deposities te binden en af te geven. Een optimale nutriëntenhuishouding voorkomt uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater, en geeft optimale hoeveelheden af voor de groei van planten. De toevoeging van meststoffen zelf (door de bodemgebruiker) wordt niet als een onderdeel van de intrinsieke nutriëntenhuishouding beschouwd, maar heeft er wel invloed op. Voor sommige natuurdoelen en drinkwaterwinning wordt gestreefd naar nutriënt-arme (oligotrofe) systemen.

Kaartgegevens

De bronhouder van deze kaart is Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Bekijk de metadata voor de contactgegevens en de technische beschrijving van de kaart.