Wat is het?

Wat is het?

Voedsel is meer dan het eten op ons bord, het is tevens gezondheid, cultuur, traditie, welbevinden, en economie. Voedsel is een eerste levensbehoefte, maar door de moderne mogelijkheden ook steeds meer een luxeproduct. Naar mate de samenstelling van het voedsel meer gaat afwijken van de lokale productie- en natuurlijke mogelijkheden, neemt ook de belasting voor de omgeving toe (energie, mest, transport).

Een groot deel van ons voedsel is afkomstig van de grondgebonden landbouw, maar daarnaast ook uit glastuinbouw, de zee en kweekvijvers. Op die manier is er in de westerse wereld een zeer breed assortiment beschikbaar aan graanproducten, groente, fruit, zuivel, eieren, vlees, vis en schelpdieren. Naast de ‘ruwe voedingsmiddelen' is er een indrukwekkende hoeveelheid voorbewerkte producten op de markt.

Landbouwgronden, de zee, oppervlakte wateren en ook natuurgebieden, hebben van zichzelf een bepaalde capaciteit om voedsel te leveren voor menselijke consumptie. Die vraag is in de loop der eeuwen zeer sterk toegenomen. De mensheid is  in staat geweest om aan de vraag tegemoet te komen door de productie met technische hulpmiddelen te verveelvoudigen.  Dat trekt echter een wissel op het milieu, de biodiversiteit en de toekomstzekerheid van de voedselproductie.

Duurzaam belang

Duurzaam belang

Het huidige systeem van voedselproductie en –consumptie genereert ook een aantal verborgen kosten, die door de maatschappij moeten worden opgebracht. Hierbij gaat het over een breed scala aan effecten variërend van de gevolgen van kunstmest- of pesticidengebruik, tot aan klimaatverandering en de medische kosten van het westerse voedingspatroon met obesitasproblemen tot gevolg.

De landbouw maakt van oudsher gebruik van natuurlijke (bodem)processen om voedsel te produceren. De opbrengsten zijn in de laatste 50 jaar sterk gestegen door technische ontwikkelingen. De keerzijde van de vooruitgang zijn echter de gevolgen voor het dierenwelzijn, het milieu (bodem, water, lucht) en de natuur (biodiversiteit van planten en dieren).

Er is een groeiend besef dat de voedselproductie duurzamer moet worden gemaakt. Het vergt een omschakeling in denken en doen. Van winst- en productiedoelen, naar stofkringlopen en circulaire economie. Dit is terug te vinden in verschillende nieuwe vormen van landbouw die worden uitgeprobeerd. Enkele voorbeelden zijn: biologische landbouw, natuur-inclusieve landbouw  (combinatie landbouw en natuurbeheer), voedselbossen, en duurzame visserij.

Het zoeken is naar een optimum, waarbij duurzame methoden een eerlijke vergoeding en voldoende productie leveren voor een snel groeiende wereldbevolking.

Praktijkvoorbeelden

Praktijkvoorbeelden

De landbouwsector zelf, werkt in toenemende mate aan verduurzaming en behoud van biodiversiteit. Het vergt echter wel een omschakeling met mogelijke bedrijfsrisico's, innovatievermogen en enig idealisme.

Innovatieve ondernemers in de voedselsector gebruiken weinig of geen bestrijdingsmiddelen meer, en passen zoveel mogelijk organische mest toe in plaats van kunstmest. Hierdoor blijft het organische stofgehalte in de bodem beter op peil, wat bijdraagt aan de bodemvruchtbaarheid en het vochtvasthoudend vermogen. In duurzame landbouwsystemen wordt gewerkt in korte en gesloten ketens (kringlopen). Dat wil zeggen dat grondstoffen en producten zoveel mogelijk lokaal of regionaal worden ingekocht , en afgezet. Ook kunnen functies worden gecombineerd. Een voorbeeld hiervan zijn kruidenrijke graslanden die worden benut voor een gezonde voeding van de dieren en het behoud van biodiversiteit in het agrarische gebied. Ook zijn er boeren die natuurgebieden laten begrazen door (melk)vee, op die manier gaan beweging en gezondheid van het vee samen met natuurbeheer. Duurzaam geteeld voedsel heeft uiteindelijk een lagere ‘kostprijs' doordat een deel van de additionele (verborgen) kosten voor de maatschappij worden voorkomen.

Een concreet voorbeeld van een circulair landbouwsysteem, is het Landgoed Princepeel. Duurzame productie van vleesvarkens is één van de kernactiviteiten. Het veevoer wordt onder andere geproduceerd met reststromen uit de drank- en voedingsmiddelenindustrie. De mest en overige reststromen worden vergist in een biogasinstallatie.

De overheid stimuleert deze maatregelen onder andere vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU.

Praktijkvoorbeeld(en):

Kaarten

Kaarten

Verwachte efficiëntie (%) van productie landbouwgewassen (uit NK-model)

Theoretische waarde van productie landbouwgewassen met subsidies (uit NK-model)

Theoretische waarde van productie landbouwgewassen zonder subsidies (uit NK-model)

Bodemgeschiktheid voor productie van landbouwgewassen (uit NK-model)

Indicatie van economische waarde ESD in de voedselteelten

Ondersteunende productiediensten van de bodem

Mogelijkheden voor visserij en aquacultuur

NK-model

NK-model

Op basis van het Natuurlijk Kapitaal model zijn er voor vijf gewasgroepen kaarten gemaakt. De gewasgroepen zijn: Fruit, groenten, mais, gras en andere gewassen. Voor ieder gewastype zijn er kaarten gemaakt op basis van vijf indicatoren. Deze zijn de biofysische capaciteit voor voedselproductie, de potentiele capaciteit voor voedselproductie, de actuele voedselproductie en de economische waarde van voedselproductie met en zonder subsidies.

In totaal zijn er 20 kaarten beschikbaar. De data van deze kaarten kunt u opvragen door een verzoek te sturen naar atlasnatuurlijkkapitaal@rivm.nl

Een aantal kaarten binnen de ecosysteemdienst voedselproductie zijn ontwikkeld op basis van het Natuurlijk Kapitaal Model (NK-model). Het startpunt voor de modellering van deze kaarten is de methode van het Belgische natuurrapport 2014. Vervolgens is het model aangepast aan de Nederlandse situatie.

Bekijk de technische documentatie voor de ESD voedsel.