Maatschappelijke opgave

Maatschappelijke opgave

Beschikbaarheid van water

Op jaarbasis heeft Nederland een neerslagoverschot: er valt meer neerslag dan er water verdampt. Daarnaast stroomt er via de rivieren voldoende water ons land binnen. Er is in het Nederlandse waterbeheer daarom altijd veel aandacht voor het verbeteren van de waterafvoer en de ontwatering. Toch hebben we steeds vaker te maken met te veel of te weinig water. Dat komt deels door de klimaatverandering met zijn weersextremen, maar deels ook door sociaaleconomische ontwikkelingen zoals toenemende verstedelijking en groei van de watervraag.

Wateroverlast en waterbehoefte: definitie

Van wateroverlast spreken we als de wateraanvoer groter is dan de afvoer, op plekken waar we dat niet willen. Dit doet zich voor bij piekbuien of bij langdurige regen. Watertekort ontstaat als de waterbehoefte groter is dan het wateraanbod.
Waterbehoefte heeft niet alleen betrekking op de hoeveelheid water maar ook op de kwaliteit ervan. Zo heeft de kustzone te maken met verzilting van het beschikbare water. Op de hoge zandgronden zijn er watertekorten (kwantiteit) en speelt vervuiling, vooral vanuit de landbouw.

Waterbergend vermogen vergroten

Hoe is het waterbergend en –vasthoudend vermogen van het landschap te vergroten, zodat maatschappelijke kosten van wateroverlast en watertekort worden beperkt?
Piekafvoeren zijn af te vlakken door meer ruimte te geven aan het water (bredere/diepere watergangen, nevengeulen, tijdelijke opvang in waterbergingsgebieden e.d.). Water dat in waterbergings-gebieden wordt opgevangen, kan na piekbuiten langzaam geloosd worden of, beter nog, worden vastgehouden als voorraad voor drogere perioden. Een andere maatregel is met aangepast bodembeheer de opslagcapaciteit van de bodem beter te benutten en zo meer water vast te houden. Dit kan zowel in stedelijk als in landelijk gebied.

Aanbevelingen

Aanbevelingen

Natuurlijke waterberging

We kunnen water kortdurend bergen of langer vasthouden (opslaan) in de ondergrond, op maaiveld (door land te laten onderlopen) of in open water (peilverhoging). Er is discussie mogelijk over wanneer je dat natuurlijke waterberging kunt noemen. Veel watersystemen in Nederland zijn immers al sterk veranderd door de mens, daar is weinig ‘natuurlijks' meer aan.
Hier bedoelen we met natuurlijke waterberging het benutten van alle ruimte in het water- en bodemsysteem voor (tijdelijke) opslag van oppervlaktewater, regenwater en/of grondwater. In de praktijk is vaak sturing via inrichting en beheer nodig voor een optimaal resultaat.

Spreiding zoetwaterbehoefte

Kaarten van verzilting van het grondwater en het oppervlaktewater geven een beeld van de beschikbaarheid van zoetwater in Nederland. Daarmee wordt zichtbaar waar waterbergingsmaat-regelen het meest nodig zijn. In de kustzone kan de aanwezigheid van zout grondwater onder andere de landbouw belemmeren. Met slimme aanpassingen in het water- en bodemsysteem kan in heel Nederland lokaal meer zoetwater in de ondergrond opgeslagen worden voor drogere tijden (zie Stichting Waterbuffer). Op de hoge zandgronden in het oosten en zuiden hebben maatregelen om regenwater vast te houden de hoogste prioriteit.

Tips

Locatie - De mogelijkheden voor natuurlijke waterberging verschillen per type watersysteem. Start daarom met een watersysteemanalyse.

  • Waterkwaliteit – Wateraanvoer van elders naar bestaande natuurgebieden brengt risico's mee vanwege ongunstige waterkwaliteit (teveel meststoffen, zout). Berging van gebiedseigen water heeft de voorkeur.
  • Peilbeheer – Meer peilvariatie heeft een groter positief effect als het geleidelijk wordt ingevoerd en als de omgeving gunstig ingericht is (flauw talud).
  • Afvoervertraging – Dit kan door aanpassingen in de ontwatering en de afwatering. Hermeanderen (aanleg van bochten) levert weinig op bij te grote waterlopen en te weinig water.
  • Inundatiediepte - Vermijd te veel water op het maaiveld (> 20 cm). Reserveer liever meer ruimte voor de waterberging en zorg voor variatie in maaiveldhoogte.
Beleid

Beleid

Sinds 2000 lopen er op Europees en landelijk niveau diverse beleidsinitiatieven met grote relevantie voor natuurlijke waterberging.

Europese Kaderrichtlijn water (KRW)

De KRW (2000) is een EU Europese unie (Europese unie)-richtlijn. Het hoofddoel van de richtlijn is de Europese wateren (‘waterlichamen') chemisch schoon en ecologisch gezond te maken en te houden. Elke Europese lidstaat werkt maatregelen uit in zogeheten stroomgebiedbeheersplannen. Natuurlijke waterberging is een maatregel die goed past binnen de algemene KRW-doelstelling.

Advies Waterbeheer voor de 21ste eeuw

Het advies Waterbeheer voor de 21ste eeuw (2000) gaat in op klimaatverandering, autonome ontwikkelingen en watertekorten en stelt dat naast technische ook ruimtelijke maatregelen nodig zijn. Het advies gaat uit van de trits: vasthouden, bergen, afvoeren. Hierover zijn in het Nationaal bestuursakkoord water (2003) concrete afspraken gemaakt die sindsdien worden uitgevoerd.

Deltabeslissingen zoetwaterstrategie (2015)

In het deltaprogramma (2009-2014) is een analyse gemaakt van handelingsperspectieven gericht op waterveiligheid en zoetwaterbeschikbaarheid. Dit heeft inmiddels vijf Deltabeslissingen opgeleverd, die volop aandacht besteden aan het vergroten van de buffercapaciteit en het zuiniger omgaan met water (voorzieningenniveau's).

Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS)

In 2013 riep de Europese Commissie de EU-lidstaten op om een nationale klimaatadaptatiestrategie te ontwikkelen op basis van kwetsbaarheden en risico's. De NAS (2017) wordt het Nederlandse antwoord op deze aansporing. Natuur is een van de aandachtsgebieden. Via maatregelen in het watersysteem is er veel mogelijk voor natte natuur in de Nederlandse delta.

Europese Bodemstrategie

In de Nederlandse implementatie van de Europese Bodemstrategie is de aanbeveling opgenomen de vele nuttige eigenschappen van de bodem, waaronder het waterbergend vermogen, beter te benutten.

Uitgelicht

Uitgelicht

Koopmanspolder

De pilot Koopmanspolder in Noord-Holland is een eerste praktijkproef met het achteroever-concept: een waterbergingsgebied gekoppeld aan het hoofdwatersysteem. Het gebied heeft een flexibel peilbeheer en daarop afgestemde maatschappelijke en economische functies. De Koopmanspolder slaat IJsselmeerwater op en zuivert het. Behalve een flinke zoetwatervoorraad ontstaat zo nieuw leefgebied voor planten en dieren (paaimogelijkheden voor vis, wetland voor vogels en amfibieën). Tot nu toe zijn de resultaten positief.

 

Regelbare drainage

Regelbare drainage kan helpen om, overigens alleen in combinatie met andere maatregelen (peilverhoging, slootbodemverhoging), de bodem extra water te laten vasthouden zonder dat dit leidt tot wateroverlast. De landbouw heeft hierdoor minder last van droogte. Wordt dicht bij een natuurgebied de ‘ouderwetse' drainage vervangen door dit nieuwe systeem, dan kan onder bepaalde voorwaarden de natuur meeprofiteren. Er is nog weinig praktijkervaring met deze maatregel.

Schoonwatervallei Castricum

In het project Schoonwatervallei Castricum wordt bij hevige buien het teveel aan water opgevangen in de lagergelegen polders tussen de duinen en de veenweiden. Dit voorkomt wateroverlast in woonwijken en landbouwgebied. In het gebied wordt ook schoon kwelwater uit de duinen vastgehouden ter bestrijding van watertekort in droge perioden. Hiervan profiteren natuur en recreatie. Ruilverkaveling helpt boeren aan gunstige locaties. Tevens verdienen zij geld aan agrarisch natuurbeheer, recreatie en verkoop van producten aan huis.

Beekdalbrede benadering

Deze benadering benut beken voor waterberging en waterretentie. Dit vraagt extra ruimte en herinrichting. De aanpak is gunstig voor de waterhuishouding en biedt kansen voor natuur, landbouw en recreatie. Praktijkvoorbeelden zijn te vinden langs de Astense Ae, Tungelroyse beek, Baakse beek en op tal van plaatsen in Twente.

Kaarten